Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Tips & Tricks

Wildplukken: de regels

Hondsdraf, pinksterbloemen, wilde cichorei… de natuur zit vol met schatten die je kunt plukken en eten. Wildplukken is in Nederland officieel niet toegestaan, dus doe dit alleen waar het mag. Samen met wildplukexpert en kookboekenauteur Yvette van Boven zetten wij zes wildplukregels voor je op een rijtje.

afbeelding van vlierbloesem.

1. Denk aan de natuur

De allerbelangrijkste regel is dat je beseft dat je niet alleen bent op de wereld. De eetbare natuur is een voorraadschuur van grote en kleine dieren. Ook is het voortbestaan van de plant is belangrijk: pluk je alle bloemen weg, dan zijn er geen stuifmeel en stampers meer en kan de plant zich niet meer voortplanten.

2. Denk aan elkaar

Er zijn meer mensen die van bloemen en planten houden, maai dus niet alles weg zodat niemand er verder nog van kan genieten zoals je dat zelf ook deed. Wist je dat je bijvoorbeeld alleen vlierbloesem in een openbaar park mag plukken op voorwaarde dat je ook wat voor iemand anders achterlaat?

3. Waar ben je?

Ben je aan het wandelen en wildplukken, sta er dan even bij stil waar je precies bent. Is het een openbaar gebied? Een natuurgebied? Iemands privéterrein (vraag dan even om toestemming bij de eigenaar)? Er kunnen per gebied andere regels gelden. In een beschermd natuurgebied is het niet toegestaan om iets weg te halen. In sommige gebieden van Staatsbosbeheer mag het wel, maar dan wel volgens bepaalde regels.

Houd er ook rekening mee dat op sommige plekken bestrijdingsmiddelen worden gebruikt of veel uitlaatgassen voor een vieze stoflaag zorgen. Hangt de vrucht, kruid of plant laag aan de grond? Dan kan het zijn dat er vossen of honden over hebben geplast. Goed om je te realiseren!

afbeelding van een hand die een framboos plukt.
Frambozenplanten vind je vaak op open plaatsen van bossen of aan de bosrand, op ruige plekken zoals langs spoorwegen of op zandigere grond zoals in de duinen.

4. Niet teveel

Pluk geen hoeveelheden om een handeltje mee op te zetten, maar pluk alleen voor jezelf. Het is toegestaan om een champignonbakje vol te plukken of verzamelen, oftewel zo’n blauw bakje van 250 gram. Laat je ook wat achter voor hongerige dieren of vogels? Liefst ook een beetje laag aan de grond, voor de kleinere dieren.

afbeelding van daslook in het bos.
De bladeren, bloemen, knoppen en stelen van daslook zijn allemaal eetbaar. Je vindt de plantjes in schaduwrijk en vochtig gebied, zoals in het bos. (Foto's: © Shutterstock)

5. Met respect

Probeer de rest van de plant intact te houden als je iets plukt. Raus niet meteen een struik kapot omdat je ergens niet bij kunt. Trek niet direct alle wortels mee de grond uit als je alleen maar een steeltje wilt plukken en breek geen takken af. Kijk uit waar je staat en vertrap geen andere (zeldzame) planten. Met een schaar kun je netjes iets wegnemen, zonder dat er meteen een groot gat ontstaat.

6. Weet wat je plukt

Pluk alleen de soorten die je zéker kent. Het is verstandig om een beetje kennis op te doen van wildplukken, met boeken zoals ‘De eetbare stad’ of ‘Van Boven in het wild’. Bij twijfel: laat het staan. Er zijn natuurlijk ook giftige plantensoorten, waar je ziek van kunt worden en een klein aantal is zelfs dodelijk. Met een planten-app zoals PlantNet kom je een heel eind, maar pas op met Googlen: het is natuurlijk niet zeker of het waar is wat op het internet staat. Proef altijd eerst een héél klein beetje om er zeker van te zijn dat je de plant goed verdraagt.

Deze wildplukregels komen uit het boek ‘Van Boven in het wild’, verschenen bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Het boek is een herbarium, eetbare plantengids én receptenboek ineen. Naast dit grote wildplukboek maakte Yvette van Boven ook een klein zakboek (zonder recepten).