Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Tips & Tricks

Wandeltechniek: de 5 meest gemaakte fouten (en hoe je het goed doet)

Wandelen is iets wat bijna iedereen kan. Het is een laagdrempelige manier van bewegen. Maar toch kunnen er foutjes in de wandeltechniek sluipen. Wandel.nl sprak met wandeltrainer Mette van der Ven over de meest gemaakte techniekfouten en hoe je deze kan bijstellen.

Wandeltechniek De 5 Meest Gemaakte Fouten En Hoe Je Het Goed Doet: Wandeltechniek
(Foto: © Mette van der Ven)

Mensen zijn gemaakt om te lopen. “Wandelen leren we al als kind, maar niemand vertelt ons wat we goed of fout doen. Hierdoor kun je in een patroon terecht komen zonder dat je er erg in hebt”, licht Mette toe. “Pas als er klachten ontstaan wordt er naar je lichaamshouding en techniek gekeken. Het is dan best lastig om je wandeltechniek aan te passen.” Het is dus belangrijk om je bewust te zijn van hoe je wandelt. Welke bewegingsfouten komen er in de praktijk nu het meeste voor? 

Wandeltechniek fout 1: voorovergebogen lopen

“Ik zie veel mensen lopen met een gebogen hoofd en bovenrug. Ze lopen wat voorover”, gaat Mette van start. “Veelal komt deze houding niet eens vanuit het wandelen, maar vanuit een slechte zithouding achter bijvoorbeeld het bureau of tijdens het lezen. Als je met een voorovergebogen houding wandelt, wordt met iedere stap die je maakt je wervelkolom scheef belast. Klachten die hierdoor kunnen ontstaan, of kunnen verergeren, zijn nek- en schouderklachten.” 

Wandeltechniek De 5 Meest Gemaakte Fouten En Hoe Je Het Goed Doet: voorovergebogen lopen
Voorkom nek- en schouderklachten door het hebben van een juiste houding. (Foto: © Mette van der Ven)

Oefeningen 

Het is lastig om van jezelf te zien wat je wandelhouding is. Maar je kunt je er met een paar makkelijke oefeningen wel bewust van worden. Door tijdens het wandelen bewust te focussen op je bovenrug en de schouderbladen, kun je zelf je loophouding verbeteren. 

  • Plaats je handen achter je hoofd, of vouw je armen achter de rug, terwijl je wandelt. Ook hier voel je waarschijnlijk goed dat de schouderbladen in een andere positie komen te staan. 
  • Ga rechtop staan en draai je schouders van voor naar achteren. Bij deze positie, waarbij de schouders naar achteren zijn gedraaid, zijn de schouderbladen ook weer naar elkaar toegetrokken. 

Wandeltechniek fout 2: geen armbeweging

De bewegingen die je met je armen maakt tijdens het wandelen, staan in relatie tot je wandelsnelheid. “Als je heel rustig wandelt, bewegen je armen niet veel mee”, licht Mette toe. “Maar als je in een pittig tempo loopt, zwaaien je armen naar voren in een hoek van ongeveer 90 graden en bijna gestrekt naar achteren. Althans, dat zou je verwachten. Maar er zijn heel veel mensen die wandelen met de handen in de zakken. Daardoor zet je je bovenrug vast, terwijl je rug juist in de beweging mee moet kunnen draaien: de zogenaamde torsie in de rug. Als je linkerbeen naar voren stapt, zwaait je rechterarm mee naar voren. Door deze contrabeweging draaien alle wervels in de rug mee. Maar met de handen in de zakken gebeurt dat niet.”  

Oefening

Een simpelere oefening is er eigenlijk niet: handen uit de zakken! En heb je snel last van koude handen? Neem dan een paar handschoenen mee. 

Wandeltechniek De 5 Meest Gemaakte Fouten En Hoe Je Het Goed Doet: armbeweging wandelen
Beweeg je armen mee en laat ze niet in de zakken. (Foto: © Mette van der Ven)

Wandeltechniek fout 3: armbeweging volgt het tempo niet

De derde veel geziene fout door Mette hangt een beetje samen met de vorige en heeft ook te maken met de armbeweging. “Als je sneller wilt wandelen, dus een hoger tempo wilt aanhouden, zul je normaal gesproken je armen actiever inzetten. Toch zie ik vaak dat dat niet gebeurt en hangen de armen vrij inactief langs het lichaam en volgen ze de beweging. Als je sneller gaat wandelen komen je armen, als ze naar voren bewegen, in een hoek van ongeveer 90 graden. Ook als ze naar achteren zwaaien blijven de armen gebogen. Houd je de armen bij de zwaai naar achteren gestrekt, dan geeft dat weerstand. Eigenlijk geldt: hoe hoger de stapfrequentie, hoe hoger de snelheid en hoe meer de armen gebogen blijven.” 

Wandeltechniek De 5 Meest Gemaakte Fouten En Hoe Je Het Goed Doet: Wandelen armen
(Foto: © Mette van der Ven)

Oefeningen 

Een oefening waarbij je de functionaliteit van je armen kunt voelen, is door met weerstand te wandelen. Zoek een stuk mul zand of een heuvel op en wandel met snelle kleine passen. Je zult merken dat je je armen echt nodig hebt om je passen te ondersteunen. Probeer eens met gestrekte armen heuvelop te wandelen of door het zand te ploeteren en wissel dat af door de armen te buigen en actief mee te bewegen. 

Wandeltechniek fout 4: pasfrequentie

“Veel mensen die de wandelsnelheid willen verhogen, gaan grotere passen nemen.” Een wandelfout die Mette veel tegenkomt. “Door de pas te vergroten komt het lichaamszwaartepunt achter het standbeen, het voorste been. Je remt jezelf dan af, doordat de hiel als eerste de grond raakt en het been nagenoeg gestrekt is. Je moet jezelf dan als het ware over het voorste been heentrekken, voordat je af kunt zetten met je achterste been. Hiermee verspil je veel kracht, dus energie. Bovendien dreunt met gestrekt been de pas door in je hele lichaam, doordat de hiel en de knie geen dempende werking hebben. 

Oefeningen 

Als je sneller wilt lopen, is het beter om de pasfrequentie te verhogen. De pasfrequentie moet passen bij het tempo dat je wandelt. Door kleinere passen te nemen, landt je op je middenvoet, die gemaakt is om de impact met de ondergrond te dempen, evenals de knie.” 
 
Vind je het lastig om met kleinere passen te wandelen? Gebruik dan eens een metronoom. Apps hiervoor zijn te downloaden in de appstore. Het is afhankelijk van je beenlengte en je wandelsnelheid wat voor jou een fijn ritme is.  
 
Vind je een metronoom vervelend? Wat dacht je van muziek? Er zijn op Spotify vele playlists te vinden met een bepaald BPM (beats per minute). Als je weet wat jouw ideale pasfrequentie is of als je juist wilt oefenen met snellere pas te lopen, kun je een bijpassende playlist afdraaien tijdens het wandelen en hoef je alleen maar op de maat van de muziek te lopen. 

Wandeltechniek De 5 Meest Gemaakte Fouten En Hoe Je Het Goed Doet: Grote wandelpas
Verhoog je pasfrequentie als je sneller wil lopen. (Foto: © Mette van der Ven)

Wandeltechniek fout 5: niet afzetten

“Hoe til jij je voeten op?” Een vraag van Mette, die je even bewust maakt over de functie van je tenen tijdens het afzetmoment. “Ik zie dat veel mensen hun voeten tijdens het wandelen plat optillen. De loopbeweging vindt dan plaats vanuit de voorkant van het bovenbeen, dat op wordt geheven. Door het been meer naar achteren te strekken en vanuit de tenen af te zetten maak je een grotere pas, zet je meer kracht en gebruik je ook meer je hamstrings. Voor een goede afzet heb je echter wel gezonde voeten nodig. Wie stijve tenen heeft, of schoenen draagt met een te stugge zool, zal de functie van de voeten niet optimaal kunnen benutten.” 

Wandeltechniek De 5 Meest Gemaakte Fouten En Hoe Je Het Goed Doet: afzetten voeten
Strek je been naar achter en zet vanaf je tenen af. (Foto: © Mette van der Ven)

Oefeningen 

Wandel op de tenen door de huiskamer heen, loop thuis zoveel mogelijk op blote voeten of antislipsokken (zonder ondersteuning), ga op je tenen staan en laat je weer zakken (eventueel met steun aan een stoel). En ook belangrijk: zorg voor wandelschoenen met soepele zolen. 

Je wandeltechniek trainen

Bij wandelen komt dus meer kijken dan simpelweg het ene been voor het andere plaatsen. Wil jij wel eens actief met jouw wandeltechniek aan de slag gaan, omdat je vind dat het beter kan of omdat je voor een doel wilt trainen? Zoek dan eens een wandelvereniging of trainingsgroep bij jou in de buurt op.