Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Blog

Op safari in Nederland: de Moerputten

De gele wandelroute in de Moerputten bij Den Bosch is een echte bruggenroute. Je gaat niet alleen over vlonderbruggen, maar ook nog eens over een oude spoorbrug. Vergeet vooral niet om je heen te kijken, want dit natuurgebied is ook een waar vlinderparadijs!

Ellen Luijks
Agnes wandelt over een brug in de Moerputten.
(Foto's: © Bob Luijks)

Wandelboswachter Ellen gaat regelmatig met haar dochter Agnes op avontuur in de Nederlandse natuur en daar schreven ze samen een mooi boek over: ‘De spannendste wandelroutes met kinderen’. Op Wandel.nl neemt ze je mee op safari in Nederland. In deze blogserie ontdek je de unieke en avontuurlijke natuur in eigen land, waarbij ook (klein)kinderen zich geen moment zullen vervelen!

Waarom een dijk?

Vanaf de parkeerplaats volgen we de gele route en al snel komen we via een steile trap op een dijk terecht. Meteen komt dan ook de vraag van Agnes: “Waarom ligt deze dijk er en waar is het water?”.  De omgeving van Waalwijk vormde heel lang het Nederlandse middelpunt van de schoenenmakerij. Om grondstoffen voor het maken van die schoenen aan te voeren, was er een spoorlijn nodig. Deze ging van ’s-Hertogenbosch naar Lage Zwaluwe. Daarbij kwamen de bouwers in 1890 een groot moeras tegen. Om dit moeras te overwinnen, bouwden ze een 600 meter lange brug en daarom was ook deze dijk nodig.

Agnes wandelt over een natuurpad met wilde bloemen.
Agnes wandelt op de Moerputtenbrug.
De Moerputtenbrug.

Halve-Zolenlijn

We wandelen dus daar waar ooit de treinen reden en het duurt niet lang of we betreden de Moerputtenbrug. De breedte van de pijlers verraadt dat het zelfs de bedoeling was dat er twee sporen zouden komen. Zover is het nooit gekomen. Na 80 jaar ging de Halve-Zolenlijn, zoals dit spoor heette, dicht. Nu heerst er rust en zie je waterlelies, zwemmende ganzen en er tuurt een blauwe reiger naar een lekker maaltje. De brug zelf is indrukwekkend. Door de hoogte, het uitzicht, maar ook omdat het toch niet zo heel breed is. ”Cool”, roept Agnes en ze rent weg.

Eikenprocessierups

Langs de spoordijk staan veel eiken. Daarin leven in de zomer vaak eikenprocessierupsen. Deze hebben brandharen, dus zorg dat je lange mouwen en een lange broek aan hebt. Al wil je dat ook wel in het moeras, vanwege de muggen. De rups van de eikenprocessievlinder valt op, maar de vlinder zie je eigenlijk nooit. Het is een nachtvlinder. Nachtvlinders kun je herkennen aan de veervormige antennes. Dagvlinders hebben voelsprieten met een knopje eraan.

Landing

De route gaat verder over een graspad, omzoomd door vooral paarse en gele bloemen. Wie goed kijkt, ziet zweefvliegen en hommels af en aan vliegen. Dan ineens ziet Agnes een hele grote sprinkhaan. “Mama, kijk een sprinkhaan, ik ga ‘m vangen.” Heel behendig krijgt deze grote groene sabelsprinkhaan een lift naar mij. Het is een mannetje, want hij heeft geen legboor. Vrouwtjes hebben deze wel aan hun achterlijf (waarmee ze niets anders doen dan eitjes leggen). Terwijl we de sprinkhaan bekijken, trekt deze een ander plan. Ineens springt-ie op Agnes’ hoofd. Hilariteit alom. Daar maken we natuurlijk een foto van!

Agnes met een groene sprinkhaan op haar hoofd.
Agnes leest een informatiebord over vlinders.

Vlinderparadijs

In het moeras van de Moerputten en omgeving komen veel vlinders voor. Het is zelfs een speciaal gebied voor het zeldzame pimpernelblauwtje. Er wordt hier alles aan gedaan om het deze bijzondere vlinder (en uiteraard alle andere vlinders) zo goed mogelijk naar de zin te maken. Dit jaar is het helaas een slecht vlinderjaar. Terwijl we langs de velden met pimpernel en andere bloemen wandelen, zien we wel wat vlinders, zoals een bruin zandoogje, dagpauwoog en atalanta, maar het lukt niet het pimpernelblauwtje te zien. “Wat zit er steeds op de grond en vliegt dan weer weg?”, vraagt Agnes nieuwsgierig. Dat is de kleine vuurvlinder, die tot de familie van de blauwtjes behoort.

Vlonder

De route gaat verder over een ontzettend lang vlonderpad. “De jungle!”, roep Agnes en ze rent er vandoor. “Wow mama, het is nog langer en nog langer”. Kromme bomen waar het pad omheen kronkelt, hoge rietpluimen; dit stuk moerasbos is een ware jungle. Aan het einde van het vlonderpad komen we weer terug op de spoordijk. “Kunnen we dit vlonderpad nog een keer doen?”, vraagt Agnes. Dus we keren om en lopen nog een keer heen en weer over de vlonder. Dat is geen straf, want ook ik vind het een geweldig pad. Daarna lopen we over de voormalige spoordijk weer terug naar de parkeerplaats.

Agnes wandelt op een vlonderpad door de jungle van de Moerputten.
landschap met gras, riet, wolken en een kale boom in de Moerputten.

Praktische informatie

  • De gele wandelroute in de Moerputten is 4,7 kilometer.
  • Parkeren kan op Parkeerplaats Moerputten, Deutersestraat, ’s-Hertogenbosch
  • Het pad op de oude spoordijk is verhard, maar is alleen maar bereikbaar met een trap. De rest van de route is een grasdijk of vlonderpaden met trapjes.
  • De hond is aangelijnd welkom.
  • Er is geen horeca aanwezig.