Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Uitrusting

Welke uitrusting in de winter: Kledingtips

Een wandeling in de winter vraag wat meer voorbereiding dan een wandeling in een ander seizoen. Goede en vooral warme kleding is erg belangrijk. Lees waar je rekening mee moet houden, zodat je er ook bij lage temperaturen warmpjes bij loopt. Tevens test je onderaan het artikel je kennis en maak je kans op winterse wandel-accessoires van Intersport.

Familie wandelt in de sneeuw

Wandelen in een kraakhelder winterlandschap is een fantastische belevenis. Zowel in Nederland of iets verder van huis, in de Ardennen of de Vogezen. Om te gaan winterwandelen hoef je jezelf niet op extra kosten te jagen. Aan je normale wandelschoenen, je dagrugzak en een goede set kleding heb je in principe voldoende. Maar voor je vertrekt moet je bij een paar zaken toch even stilstaan.

Voorkom verrassingen in de winter

Wandelen vergt in de winter meer van je lichaam, uithoudingsvermogen en uitrusting dan wandelen in de zomer. Houd er rekening mee dat je langer onderweg kunt zijn (dit is onder meer van belang als je nog met het openbaar vervoer terug moet). Ligt er sneeuw, dan loopt dat lastiger en zwaarder dan over een sneeuwvrij pad én je draagt in de winter al snel wat meer uitrusting in je dagrugzak mee. Voldoende voedsel en drinken, liefst warm, zorgen er overdag voor dat je niet door je energie heen raakt. Neem onderweg ook de tijd om te pauzeren en zorg ervoor dat je wat extra kleding meeneemt als je het toch te koud blijkt te hebben.

Bereid winterwandelingen thuis voor met behulp van kaart, gids en internet. Check vóór vertrek of je geplande route en de eventuele hut of uitspanning op die route ook echt open zijn. Controleer tot slot ‘s ochtends het laatste weerbericht. Ga in verlaten gebieden liefst niet alleen op pad en laat bij vertrek iemand weten wat je plannen zijn en hoe laat je aan- of terug denkt te komen. Probeer ’s winters altijd op tijd te vertrekken: de dagen zijn korter en het is niet fijn om het laatste uur in het donker te moeten lopen. Laat je, kortom, in de winter niet verrassen. 

Wandelkleding in de winter: het drielagensysteem

Het is niet nodig om een aparte winteruitrusting aan te schaffen. Wel is ’s winters, nóg meer dan ‘s zomers, het zogenaamde drielagensysteem van belang. Dat houdt in dat je verschillende, bij voorkeur drie, laagjes over elkaar heen draagt. Neem je een rustpauze, dan is zelfs een vierde laag aan te raden. 

Het drielagen systeem biedt ook de gelegenheid om een kledingstuk uit te trekken als je ergens naar binnen stapt. Van belang bij laagjes is wel dat je een laag op tijd aan- of uittrekt, bij voorkeur nog vóórdat je het te koud of te warm krijgt.

De eerste laag

De belangrijkste functie van de eerste-, basis- of onderlaag is het afvoeren van transpiratievocht. Dit kan via een ondershirt en een lange onderbroek. Het ondershirt heeft in de winter lange mouwen en eventueel een kraag, al dan niet met een korte rits aan de voorkant. De eerste laag moet het vocht (zweet) goed af kunnen voeren en het lichaam droog en warm houden. De eerste laag moet daarom goed aansluiten op je lichaam, zonder te knellen. Een onderlaag van katoen is ongeschikt want katoen houdt het vocht vast in plaats van het door te geven aan de volgende laag. En een vochtig katoenen ondershirt onttrekt juist warmte aan het lichaam waardoor je het koud krijgt. Materialen als polyester of polypropyleen houden weinig of geen vocht vast en zijn daarom wél geschikt als eerste laag. Wol is ook zeer geschikt: het kan veel vocht opnemen en blijft zelfs in natte toestand goed isoleren.

De belangrijkste functie van de eerste-, basis- of onderlaag is het afvoeren van transpiratievocht
De belangrijkste functie van de eerste-, basis- of onderlaag is het afvoeren van transpiratievocht
Fleece is er in verschillende diktes en kwaliteiten
Fleece is er in verschillende diktes en kwaliteiten

De tweede laag

Het vocht moet via de eerste laag doorgegeven kunnen worden aan de tweede- of tussenlaag. Die tussenlaag draag je over het ondergoed en onder een winddichte buitenlaag. Fleece is bij uitstek geschikt als tussenlaag. Het voert vocht verder af naar buiten en houdt tegelijkertijd een behoorlijke hoeveelheid lucht vast die voor warmte-isolatie zorgt. De tussenlaag mag iets ruimer vallen, want dan kan er meer lucht vastgehouden worden. Fleece is er in verschillende diktes en kwaliteiten. Let er vooral op dat het kledingstuk zowel bij de manchetten als de hals goed afgesloten kan worden. Bij wisselende omstandigheden is een fleecevest natuurlijk ideaal: deze kun je eenvoudig open- of dichtritsen. 

De derde laag

De derde- of buitenlaag moet zeker in de winter winddicht zijn, om te voorkomen dat warme lucht onder die laag af kan koelen doordat de wind dwars door je kleding blaast. Verder is die buitenste laag meestal ook ‘ademend waterdicht’ wat wil zeggen dat waterdamp er van binnen naar buiten wel doorheen kan maar dat regendruppels niet naar binnen kunnen komen. Zo’n ademende regenjas komt uiteraard ook in andere seizoenen van pas.

Wanneer de temperatuur serieus onder het vriespunt zakt en er neerslag valt, is dat geen regen maar sneeuw. Dan is een gevoerde softshelljas een prima kledingstuk. Die is winddicht, sluit beter aan op het lichaam en houdt probleemloos smeltende sneeuw tegen.

Dons houdt per gram gewicht meer warmte vast dan welk ander materiaal dan ook, dus het is de ideale isolator
Dons houdt per gram gewicht meer warmte vast dan welk ander materiaal dan ook, dus het is de ideale isolator

De vierde laag

De vierde laag is lang niet altijd noodzakelijk maar is wel extra comfortabel bij serieuze kou, of is een extra warmhouder bij een meerdaagse wandeling. Bij de vierde laag hebben we het over de donsjas. Die kan gevuld zijn met dons óf met een kunstvezel zoals Primaloft. Dons houdt per gram gewicht meer warmte vast dan welk ander materiaal dan ook, dus het is de ideale isolator. Een donsjas weegt weinig en je kunt dons zeer goed samendrukken (comprimeren) waardoor zo’n jas makkelijk mee te nemen is. De buitenlaag van een donsjas is altijd winddicht maar vrijwel nooit waterdicht. 

In de praktijk is het de bedoeling dat je de donsjas alleen uit je rugzak haalt wanneer je pauzeert of stilzit. Tijdens het wandelen zelf is een donsjas vrijwel altijd te warm waardoor je het risico loopt op overmatig zweten en dus juist op afkoeling. 

Warme benen: de lange onderbroek

Als je aan het wandelen bent zijn je benen in beweging en dus zul je niet zo snel last krijgen van koude benen. Alleen bij extreem lage temperaturen is een lange onderbroek noodzakelijk. Het beste is dan een onderbroek van polyester of wol. Zorg ervoor wanneer je een lange onderbroek draagt dat je de wandelbroek daar overheen niet te strak zit. Bewegingsvrijheid van je benen is tijdens wandelen natuurlijk belangrijk. 

Warme handen: handschoenen & wanten

Waarom koelen handen zo snel af? Omdat je lichaam bij kou de snelheid van de bloedsomloop verlaagt en bloed wegtrekt uit de uiteinden van je lichaam. De temperatuur van je handen is van grote invloed op je welbevinden en goede handschoenen zijn daarom onmisbaar. Een goede handschoen is winddicht, waterdicht en moet transpiratievocht af kunnen voeren. Een want is warmer dan een handschoen, maar biedt minder grip omdat je alle vingers niet meer goed kunt gebruiken. De meest betrouwbare combinatie is een dunne onderhandschoen met een warme, water- en winddichte want. In de praktijk zal je aan de onderhandschoenen vaak genoeg hebben en blijven de wanten in de rugzak. Zorg ervoor dat de handschoenen of wanten nooit te strak zitten, want dan wordt de bloedsomloop afgekneld wat alsnog koude handen geeft.

In de praktijk zal je aan de onderhandschoenen vaak genoeg hebben en blijven de wanten in de rugzak
In de praktijk zal je aan de onderhandschoenen vaak genoeg hebben en blijven de wanten in de rugzak

Warm hoofd: muts, hoofdband, capuchon, sjaal & bril

Bij lage temperaturen gaat er heel veel lichaamswarmte verloren via je hoofd. Een muts om het hoofd en de oren warm te houden, is dus noodzakelijk. Een capuchon kan de klus ook klaren, maar mutsen of hoofdbanden geven een beter zicht en meer bewegingsvrijheid. Ook een dunne, korte sjaal voor de nek is fijn bij gure wind. Het bij de hand hebben van een goede zonnebril beschermt tegen eventuele hinderlijke straling die weerkaatst wordt door de sneeuw of de laagstaande zon.

Warme voeten: wandelsokken in de winter

Een dikkere sok voorkomt koude voeten maar let op, de schoenen moeten wel voldoende ruimte bieden aan zo’n dikkere sok. Anders gaat de boel knellen, vermindert de bloedsomloop en worden je voeten juist sneller koud. Té warme sokken zijn ook niet de bedoeling, want voordat je er erg in hebt krijg je zweetvoeten en daarmee sneller last van blaren. Echt warme sokken hebben eigenlijk alleen een meerwaarde als je langdurig stilstaat. Trek nooit meerdere paren sokken over elkaar aan, want door de wrijving kunnen blaren en andere ongemakken ontstaan. 

Hulpmiddelen tegen uitglijden in de winter. Vanaf links met de klok mee: Petzl, Rubytec, Snowsteps en Yaktrax
Hulpmiddelen tegen uitglijden in de winter. Vanaf links met de klok mee: Petzl, Rubytec, Snowsteps en Yaktrax

Wandelschoenen in de winter

De meeste wandelongevallen in de winter zijn het gevolg van glijpartijen. Oude sneeuw verandert in ijs en wandelpaden en stoepen kunnen dan spekglad worden. Wandelstokken zijn een prima hulpmiddel om glijpartijen te voorkomen. Er bestaan ook hulpmiddelen anti-slip zooltjes. In deze zooltjes zitten metalen pinnetjes, waardoor je meer grip hebt. Op zachte sneeuw heb je weinig aan die pinnetjes en ben je beter af met een metalen spiraal.

De betere schoenenmerken hebben wandelschoenen met speciale zolen die op sneeuw en ijs goede grip geven. Nadeel is wel dat deze schoenen vrij prijzig zijn en ze alleen de moeite van aanschaf waard zijn als je in de winter vaak op sneeuw en ijs gaat wandelen. In Nederland heb je de schoenen waarschijnlijk maar zelden nodig. 

Extra in de rugzak

's Winters is de rugzak wat gevulder dan in de zomer. Wat kun je het beste meenemen voor onderweg?

  • Extra kleding (donsjas of extra trui, een extra paar handschoenen, muts, sjaal);
  • Extra eten en drinken, thermosfles met warme drank;
  • EHBO-setje, opgeladen telefoon + een powerbank (bij langere tochten);
  • Zonnebrandcrème, zonnebril, minimaal één hoofdlamp-zaklantaarn per groep;
  • Optie: wandelstokken, anti-slip zooltjes.
  • Verlichting (hoofdlamp of zaklamp en reflecterend hesje) voor het geval je in de duisternis terechtkomt. 

Tot slot

Na sneeuwval kunnen paddenstoelen, andere wegwijzers of zelfs complete paden zomaar onvindbaar zijn. Zorg daarom dat je je altijd goed kunt blijven oriënteren met behulp van GPS of een goede topografische kaart (1:25.000). Let onderweg ook op zowel de lucht als op het eventuele verloop van de luchtdruk (via GPS of smartwatch): het kunnen voorbodes zijn van slecht weer en daar kun je je beter niet door laten overvallen. Tot slot zijn sommige bossen in het winterseizoen beperkt toegankelijk (rustgebied voor het wild): check daarom waar je wel en niet in de winter mag wandelen.

Doe mee met de quiz en maak kans op winterse wandel-accessoires

In deze quiz testen we je kennis. Als je het hele artikel hebt gelezen kun je alle vragen goed beantwoorden. Wie de vragen voor 27 december goed heeft beantwoord maakt kans  op een winterjas van Intersport. Begin januari wordt er persoonlijk contact opgenomen met de winnaar.

Test je kennis

De quiz
Je persoonlijke gegevens