Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Tips & Tricks

Dikke vingers tijdens het wandelen tips

Heb je het weleens meegemaakt? Je bent lekker aan het wandelen, maar na een tijdje merk je dat je vingers dikker en stijf aanvoelen. Soms zijn ze zelfs een beetje opgezwollen. Geen paniek! Het ziet er misschien vreemd uit, maar meestal is het onschuldig. In dit artikel lees je waarom dit gebeurt en wat je eraan kunt doen.

Header | Dikke vingers tijdens het wandelen (1)

Wat is de oorzaak van dikke vingers tijdens het wandelen?

Dikke vingers tijdens het wandelen ontstaan meestal door de houding van je armen en de invloed van zwaartekracht op je bloedcirculatie. Als je wandelt, hangen je armen vaak ontspannen naar beneden. Daardoor stroomt bloed en vocht gemakkelijker naar het laagste punt: je handen en vingers. Tegelijkertijd zorgt de zwaaiende beweging van je armen ervoor dat dit vocht niet goed wordt afgevoerd. Het gevolg: een ophoping van vocht in je vingers, wat een opgezwollen en stijf gevoel geeft.

Hoewel het vervelend aanvoelt, is het meestal niet gevaarlijk. Gelukkig zijn er simpele manieren om het te voorkomen of verminderen.

Hoe kun je dikke vingers voorkomen? Een paar tips:

Tip 1: Knijp in iets tijdens het lopen

Houd iets in je hand, zoals een stressbal, kleine flesjes water of speciale wandelstokjes met polsbandjes. Door regelmatig te knijpen stimuleer je de doorbloeding en voorkom je vochtophoping.

2. Doe ringen af voordat je gaat wandelen 

Heb je snel last van dikke vingers? Laat je ringen thuis. Ze kunnen gaan knellen als je vingers opzwellen, wat extra ongemak veroorzaakt.

Wandelstokjes
Wandelstokjes

Tip 3: Hang je duimen in lussen aan je rugzak

Je kunt ook lussen aan de schouderbanden van je rugzak bevestigen, zodat je daar je duimen in kunt haken tijdens het lopen. Je handen blijven tijdens het wandelen dan in een hogere positie, zodat vocht niet naar je vingers kan zakken. Let wel op: je armen bewegen dan minder vrij mee en je handen zijn minder snel beschikbaar als je struikelt.

Tip 4: Beweeg je armen actief mee

Houd je armen in een hoek van ongeveer 45 graden en zwaai ze ritmisch mee tijdens het lopen. Dit stimuleert de bloedcirculatie en voorkomt dat je handen te laag hangen.

Tip 5: Gebruik natuurlijke hulpmiddelen

Niets bij je? Gebruik wat de natuur biedt: pak twee stenen of stokken op van het wandelpad en houd die vast tijdens het lopen.

Tip 6: Zwaai je armen af en toe boven je hoofd

Even je armen de lucht in zwaaien helpt om vocht weer omhoog te krijgen. Trek je niks aan van rare blikken - het werkt echt.

Appel in hand
Appel in hand

Tips van andere wandelaars

Philippe: 'Ik pluk op grotere afstanden altijd bosjes gras die ik afwisselend in mijn handen houd, vouw en kneed. Én het helpt én het is fris.'

Thea: 'Een beetje 'gymnastiek' met je vingers helpt ook goed en je hebt er verder niks bij nodig. Bijvoorbeeld je vingers om de beurt op je duim zetten en weer terug. Of je handpalmen even tegen elkaar duwen waarbij je de vingers strekt en dan afwisselend alleen de vingers tegen elkaar en de handpalmen uit elkaar houdt.'

Yolande: 'Zelf doe ik inderdaad mijn ring af en ik maak regelmatig een vuist. Bijvoorbeeld met de arm die naar voren gaat een vuist maken en naar achteren weer ontspannen. Voor mij werkt dit net zo goed als het stokje.'

Gerrit: 'Als ik met Nordic Walking stokken loop, heb ik totaal geen last meer van dikke vingers. Je gebruikt dan de spieren van je armen.'

Wanneer raadpleeg je een arts bij dikke vingers?

Hoewel dikke vingers tijdens het wandelen meestal onschuldig zijn, is het goed om alert te blijven. De zwelling in je handen hoort na een wandeling vrij snel weer af te nemen. Blijven je vingers echter langdurig dik of krijg je er pijn, tintelingen of een doof gevoel bij, dan kan er meer aan de hand zijn. Ook als de zwelling maar aan één hand voorkomt, je huid verkleurt of je vingers koud of blauw worden, is het verstandig om contact op te nemen met je huisarts. In zeldzame gevallen kan aanhoudende zwelling een signaal zijn van problemen met de bloedsomloop, het lymfestelsel of een beknelde zenuw. Luister dus goed naar je lichaam, je kunt beter een keer te veel overleggen dan te laat reageren.