Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Blog

Negen eyeopeners voor mooiere foto’s tijdens je wandeling

Wat maakt een foto mooi, goed of spannend? De compositie. Daar moet je oog voor hebben. Met deze 9 eyeopeners krijgen je foto’s net dat beetje extra glans. Pas ze toe en je gaat tijdens het wandelen anders naar het landschap en de natuur kijken. Dan maak je zelfs met een smartphone de prachtigste foto’s!

zo maak je mooiere wandelfotos met je smartphone

Niet in het midden

Altijd het onderwerp in het midden van je foto is saai. Maak je foto met je onderwerp meer naar rechts of links, pakweg op éénderde van de rand. Zo ontstaat dan bijvoorbeeld meer ruimte voor het landschap.

Zoek een thema

Altijd dezelfde foto’s is ook saai. Bepaal vooraf een thema. Kijk naar de kenmerken van de tocht. Loop je door bos, polder, strand, hei? Hoe is het weer: nevel, regen, sneeuw, zon? Is het lente, herfst, zomer? Kom je er dieren tegen? Bloeiende bloesem? Kies een kleur. Of fotografeer alles wat met water te maken heeft. Maak sfeerbeelden én details: het besneeuwde landschap, het beekje en een smeltende sneeuwdruppel.

/foto's-maken1

Meer diepte

Wandelaars houden van mooie vergezichten. Alleen is die weidsheid moeilijk te vangen op de foto. Een groothoeklens kan, maar dat vergroot enorm de afstand. Zorg daarom voor een object op de voorgrond, bijvoorbeeld een persoon, een boom, een paal. Zo krijg je meer diepte in je foto en wordt de schaal van het panorama duidelijk.

Van boven of van onderen

Kies eens een andere beeldhoek. Fotografeer iemand of een object eens wat meer van onderen door even op een knie of op de grond te zitten. Of klim eens op een muurtje om van boven te fotograferen. Je foto’s worden er spannender van.

Speel met de sluitertijd

Speel eens met je sluitertijd bij bewegend beeld. Standaard zal je camera het water als het stroomt ‘bevriezen.’ Met een langere sluitertijd blijft het water ‘stromen’ op je foto. Wil je beweging suggereren? Volg dan een bewegend beeld met een langere sluitingstijd. Dat beeld blijft scherp, de achtergrond wordt onscherp.

Verplaats de horizon

Staat de horizon vaak op je foto’s? Zet de horizonlijn dan niet altijd midden op de foto, maar onder of boven in het beeld. In het eerste geval heb je meer lucht, in het tweede meer land. Of laat de horizon eens diagonaal door het beeld lopen. Dat kan ook heel verrassend zijn!

Gebruik een diagonale lijn

Een diagonale lijn op je foto geeft een bepaalde spanning. Bijvoorbeeld van links onder naar rechtsboven. Het lijkt dan net of je de foto in wordt getrokken. Een lijn van linksboven naar rechtsonder kan natuurlijk ook.

Kijk naar de lichtval

Hoe valt het licht? Met contrasten, bijvoorbeeld een schaduw, creëer je diepte. De lichtval is op z’n mooist als de zon lager staat, dus ’s morgensvroeg, vlak voor zonsondergang, ‘s winters. Het landschap is dan contrastrijker. Schijnt de zon? Dan is het beeld naar het zuiden vaak mooier.

Mensen van voren

Zet mensen op je foto. Dat maakt je foto bijna altijd levendiger. Loop dan wel vooruit om je medewandelaars van voren te fotograferen. Te vaak staan op wandelfoto’s alleen de ruggen. Neem trouwens een paar foto’s, zonde als iemand net zijn ogen dicht heeft of zijn hoofd wegdraait.