Direct naar de content Direct naar de hoofdnavigatie Direct naar de footer
Blog

Mijn eerste Vierdaagse

De 104de Vierdaagse Nijmegen mag dan in 2020 niet doorgaan, de herinneringen aan dit wandelevenement zijn gelukkig nog volop aanwezig. Op Wandel.nl plaatsen we daarom mooie verhalen over de Vierdaagse.

Discotheek - mijn eerste Vierdaagse

Door: Tjalf Spanjer

In de zestiger jaren heb ik de wandelsport ontdekt. Aanvankelijk met afstanden van tien kilometer, maar aangezien deze tak van voortbewegen naar meer smaakte, werden de afstanden gaandeweg langer. In het begin van de zeventiger jaren kwam ik erachter dat je gewandelde afstanden ook geregistreerd konden worden in een wandelboekje, zodat je later nog eens kon naslaan welke tochten je zoal had gemaakt. In die periode ontdekte ik ook de wandelvereniging “Friese Lange Afstands Lopers” kortweg genaamd de FLAL. Bij deze club waren nogal wat kilometervreters aangesloten en zodoende werd ik ook met het “lange afstands wandelvirus” besmet.

Steeds maar weer hoorde ik verhalen over de Vierdaagse Nijmegen. De tochten die bij de FLAL werden gelopen, vonden vooral plaats in de winterperiode en dus waren ze een ideale manier om te trainen voor dit grote evenement. Langzamerhand begon ik ook steeds meer zin te krijgen om ook eens zo’n groot wandelgebeuren mee te maken en in 1975 was het dan zover: de plannen werden steeds duidelijker en de voorbereidingen werden serieus.

Een belangrijk punt in deze voorbereidingen was natuurlijk een slaapplek voor vier à vijf nachten. Daar kon je de Nijmeegse VVV voor inschakelen werd mij verteld, maar een collega van mij had een veel beter idee: zijn dochter studeerde in Nijmegen en in de zomerperiode was die kamer toch vrij. Die kon ik dus gebruiken. Ideaal toch? De inschrijving verliep probleemloos in die tijd. Er was nog geen deelnamelimiet en de kosten waren ook niet torenhoog. Voor enkele tientjes (in guldens) was je verzekerd van een plek.

De maandag voor de start vertrok ik welgemoed en voldoende getraind per trein vanuit Friesland richting Keizer Karelstad. Het logeeradres op zak. Mijn collega had me verzekerd dat het een kamer in de binnenstad was, derhalve op loopafstand van De Vereeniging. Het bleek in de Molenstraat te zijn. De afstand tot de startgelegenheid was dus slechts enkele honderden meters, beter kon het niet! Toen ik op de plaats van bestemming aankwam, was mijn enthousiasme wel enigszins getemperd, want de kamer bleek achter café De Molenpoort te liggen en de toegang erheen liep door het café. Dat beloofde leuke nachten te worden. Ook in die tijd had je namelijk al Zomerfeesten en die hielden niet op na de Fabeltjeskrant.

Het inboeken verliep voorspoedig en in de loop van de dag had ik ook al een paar geschikte eetgelegenheden ontdekt. Na nog wat in de stad te hebben rondgekeken en wat gewinkeld te hebben, besloot ik om na een warme hap mijn overnachtingsplekje maar eens op te zoeken. In De Molenpoort zat de stemming er al goed in. Muziek en zang waren zelfs buiten te horen. Ik vreesde dat mijn nachtrust aan een zijden draad zou komen te hangen. Nadat ik mijn tas had uitgepakt en de wandelspullen die ik de volgende dag nodig zou hebben had klaargelegd, besloot ik maar vroeg onder de wol te gaan. Voor een tocht van vijftig kilometer was de start namelijk wel behoorlijk vroeg.

De muziek klonk ook in mijn nachtverblijf oorverdovend door en van slapen kwam dus niet veel. Ook durfde ik voor geen geld watjes in mijn oren te stoppen, want dan zou ik de wekker ’s morgens niet horen en dan zou mijn Vierdaagse-avontuur wel heel vroeg een einde vinden. Tenslotte dommelde ik tegen drieën toch een beetje in, maar juist toen de echte slaap zou komen, ging de wekker. Die ochtend waggelde ik slaapdronken naar de start en had er nauwelijks benul van dat ik een startknip gekregen had. Gaandeweg begon mijn geest echter ook te ontwaken en zodoende hervond ik algauw het normale wandelritme en kon ik genieten van het rivierenlandschap in de vroege ochtend bij een opkomende zon.

Zo gleed de eerste wandeldag vrij moeiteloos onder mijn voetzolen weg en was ik op een alleszins acceptabele tijd weer terug bij “De Vereeniging”. De tweede nacht achter De Molenpoort verliep nagenoeg gelijk aan de eerste: geen oog dicht gedaan. Het wandelen heeft er gelukkig niet onder geleden, want ook deze dag kwam ik zonder kleerscheuren door, hoewel ik deze etappe toch wel aanmerkelijk taaier vond dan de eerste. De derde nacht heb ik geslapen als een blok en in de nacht voorafgaande aan de dag van de intocht ronkte ik zelfs dwars door de ratelende wekker heen. Wat een geluk dat de start toen zo dichtbij was!

Wat ik van deze eerste Vierdaagse heb geleerd: wandelen is een uitstekende remedie voor een gezonde nachtrust. Alleen kun je dan beter niet gaan slapen achter een feestvierend café. Deze Vierdaagse smaakte, ondanks dit onfortuinlijke begin, echter wel naar meer, want er zijn daarna nog vele gevolgd met verschillende overnachtingsplaatsen. Daarover hoop ik in een volgend verhaal meer te vertellen.