Het grootste knaagdier van Europa leeft een verscholen bestaan. Maar als je weet waar je op moet letten en hoe je je moet gedragen, vergroot je de kans er eentje te zien. Wandel.nl geeft je een stoomcursus bevers spotten in vijf stappen.
De bever (Latijnse naam: Castor fiber) is met een lichaamslengte van zo’n zeventig tot honderd centimeter en een gewicht van 15 tot 35 kilo het grootste knaagdier van Europa. Het dier laat zich niet makkelijk zien. Om de kans er eentje te zien tijdens je wandeling volgt hier in vijf stappen een stoomcursus bever spotten.
Niet overal komen bevers voor. Bekende leefgebieden van de bever in Nederland zijn: de Biesbosch, de Millingerwaard, het Almeerderhout en het Limburgse Leudal. Nadat de bever sinds 1826 niet meer was gezien, vonden in 1988 in de Biesbosch en de Gelderse Poort herintroducties van het knaagdier plaats. In 2002 werd de bever ook uitgezet langs de Maas en in 2008 in Drenthe en Groningen. Sindsdien kent Nederland goede populaties bevers.
In de zomer worden bevers pas actief rond schemertijd. In de winter kun je ze ook overdag zien. In deze periode (april, mei en juni) heb je de meeste kans een glimp op te vangen. De jonge dieren zijn dan heel actief. Omdat bevers vooral ’s nachts actief zijn, kan je het beste na zonsondergang op speurtocht gaan.
Bevers kun je verwarren met beverratten en muskusratten. Hoe kan je zeker weten dat je te maken hebt met een bever?
Bij de bever steekt alleen zijn kop boven het water uit. De oren, ogen en neusgaten liggen allemaal op dezelfde hoogte, daardoor steekt er niet veel boven het water uit wat je kunt gebruiken om een zwemmende bever te herkennen.
Een beverrat heeft een dunne staart en zwemt meestal met een deel van zijn rug boven water. De oren zijn spits en de vacht rondom de neus is licht gekleurd. De witte snorharen kunnen ook een herkenningspunt zijn. Beverratten zijn kleiner dan bevers, maar een jonge bever en volwassen bevers, maar een jonge bever en volwassen beverrat kunnen even groot zijn.
Bij muskusratten steekt tijdens het zwemmen een groot deel van het lichaam boven het water uit. Ze hebben kleine oren en een lange, verticale, platte dunne staart. Ze zijn een stuk kleiner dan bevers en beverratten. Ze maken een zenuwachtige indruk omdat ze vaaks schokkerig zwemmen en regelmatig van richting veranderen.
Beversporen zijn makkelijker te ontdekken dan een bever zelf. Op de website van Ark Natuurontwikkeling staat een gratis zoekkaart. Deze geeft aan op welke sporen je kunt letten. Denk daarbij aan afgeknaagde takken langs de over, glijsporten van de oever richting het water (waar de bever het water in glijdt) en de burcht zelf. Vooral in de winter en het voorjaar kun je deze sporen goed zien, want dan zijn de struiken en bomen nog niet uitgelopen.
Want bevers zijn schuwe dieren.
Wandel.nl zet de mooiste wandelroutes langs rivieren voor je op een rij. Van Maas tot Rijn.
Boswachter Hanne vertelt je vandaag meer over haar favoriete bosbewoner: de eekhoorn! Een heel herke...
Wil jij nog meer plezier uit jouw wandelingen halen? Boswachter Hanne Tersmette geeft je in haar vlo...
Normaal geeft Hanne je tips over planten en dieren die jij tijdens je wandeling tegen kunt komen. Ma...